Ongebruikte genen

Genen zijn delen van het DNA, het hoofdbestanddeel van de chromosomen in de cel.

De erfelijke eigenschappen voor de mens zitten gecodeerd in circa 23.000 genen (stukken DNA). Daarvan zijn er meer dan 2.000 buiten gebruik. Het zijn dan ook pseudogenen of nepgenen. Een voorbeeld is het gen voor de aanmaak van eigeel. Bij zoogdieren is dat wel aanwezig, maar wordt het nooit gebruikt. Zoogdieren maken namelijk geen eigeel.

De meeste zoogdieren maken hun eigen vitamine C. Slechts een paar groepen dieren doen dit niet, waaronder de apen (en de mens). Toch hebben alle apen dit gen. Maar daar hebben zij niets aan, zodat zij voor de benodigde vitamine C zijn aangewezen op voedsel. Een laatste voorbeeld van pseudogenen. De mens heeft circa 800 genen die betrokken zijn bij het ruiken van geuren. maar de helft daarvan wordt gebruikt. De overige zijn dus pseudo-genen. Bij dolfijnen gaat het zelfs om 80% pseudo-genen. Nu leven dolfijnen in en onder water, waar geurige luchtjes niet zo belangrijk zijn.

  • Hoe komt het dat dieren een gen hebben voor de aanmaak van een noodzakelijke vitamine, maar dat niet gebruiken?
  • Hoe komt het dat dolfijnen zo heel veel ongebruikte genen hebben voor het ruiken?
  • Hoe komt het dat organismen nutteloze genen hebben?

Lichaamsbouw

Verschillende typen lichtgevoelige organen (ogen) in het dierenrijk.
Zonder het PAX6-gen zouden ze er niet zijn. 

Bij gewervelde dieren wordt al vroeg in de embryonale ontwikkeling bepaald waar de voorkant en de achterkant zal komen. Op die plek ontwikkelt zich dan de kop of juist de staart. De schouders met voorpoten en het bekken met achterpoten groeien daartussen, exact op de erfelijk bepaalde plek. Voor deze indeling van het lichaam is een speciale groep genen, de Hox-genen, verantwoordelijk. Nu zijn er meer dieren met een voor- en achterkant, denk maar aan wormen en insecten. Ook zij hebben poten (en vleugels) op een vaste plek. Inderdaad zijn de Hox-genen ook bij hen aanwezig en actief in hun embryo's.

  • Hoe komt het dat de meest uiteenlopende diersoorten dezelfde groep genen bezitten, genen die bepalend zijn voor de kop-staartindeling van lichamen?

In het dierenrijk bestaan zeer uiteenlopende typen ogen. Zo hebben gewervelde dieren camera-ogen, hebben insecten facetogen en hebben andere dieren niet meer dan lichtgevoelige plekjes. Al deze ogen ontstaan tijdens de embryonale ontwikkeling doordat bepaalde genen actief worden. Een van hen, Pax 6 genaamd, werkt als een soort hoofdschakelaar bij het maken van al deze ogen. Pax 6 komt dan ook voor in het hele dierenrijk.

  • Hoe komt het dat alle diersoorten hetzelfde gen hebben voor de ontwikkeling van ogen, ook al zijn die ogen zeer verschillend?