Continenten
De wereldkaart zoals we die kennen van atlassen en satelietfoto´s zag er vroeger anders uit. Continenten hebben namelijk een geschiedenis van vervorming en verplaatsing. Hun beweging over het aardoppervlak heet continentale drift en wordt veroorzaakt door platentektoniek. Zuid-Amerika en Afrika bijvoorbeeld vormden eens een aaneengesloten landmassa. Door stromingen in de stroperige mantel onder de continenten, of eigenlijk onder de aardplaten waar ze deel van uitmaken, werden de continenten uiteen getrokken. Tussen hen in ontstond de Atlantische Oceaan. De oceanische spreiding vindt hier nog steeds plaats, en wel met de snelheid van een groeiende vingernagel. Daarbij wordt de bodem vanuit de Mid-Atlantische Rug opgevuld met nieuw gesteente en schuift Amerika aan de andere kant over de platen van de Grote Oceaan.
Het Indiase subcontinent maakte ooit deel uit van ditzelfde supercontinent, Gondwana genoemd. Het brak los van oostelijk Afrika (160 mjg) en verloor daarbij het eiland Madagaskar. In de volgende periode van 110 miljoen jaar complete isolatie ontwikkelde het subcontinent een eigen flora en fauna. Deze nieuwe soorten kwamen in contact met een andere wereld toen het minicontinent tegen Eurazië botste. Nog altijd beweegt het in noordelijke richting, met aardbevingen en gebergtevorming (Himalaya) tot gevolg.
De families dieren en planten liften met de continenten mee over aarde. Hun geschiedenis van soortvorming is voor een belangrijk deel het gevolg van de continentale drift.